Boete van de baan!
In het wegvervoer wordt de werkgever vaak beboet omdat een chauffeur onderweg een overtreding heeft gepleegd.
Voor overtredingen met rij- en rusttijden geldt er een soort van risicoaansprakelijkheid, waarbij een overtreding van de chauffeur wordt gezien als een overtreding van de werkgever.
Voor overtredingen die betrekking hebben op het gebruik van de bestuurderskaart of de tachograaf, zoals het rijden zonder bestuurderskaart of het rijden op de bestuurderskaart van een ander, kreeg de werkgever steevast een boete omdat deze ‘onvoldoende zou hebben toegezien’ dat de chauffeur de regels zou volgen.
Tot vorige week zei de minister het volgende: “Er is een overtreding gepleegd ‘dus’ de werkgever heeft onvoldoende toegezien”. Hier kun je de nodige bedenkingen tegen hebben. De werkgever kan immers nog zo goed toezien op het naleven van de regels,
maar als de chauffeur duizenden kilometers van huis zelf beslist iets doms te doen, dan kan de werkgever toch geen verwijt gemaakt worden?
Vorige week kwam de Raad van State (de hoogste rechter in dit soort zaken) met een baanbrekende uitspraak in een zaak voor een van onze klanten.
Zij oordeelt letterlijk dat ‘het enkele feit dat een chauffeur zijn bestuurderskaart of tachograaf onjuist gebruikt, niet 1 op 1 meebrengt dat de werkgever ‘onvoldoende heeft toegezien’.
De rechter veegde in deze zaak 20.500 euro boete van tafel!!!
Deze uitspraak betekent dat de ILT, als zij de werkgever willen beboeten voor een overtreding van de chauffeur, voortaan precies moeten benoemen en bewijzen wat de werkgever verkeerd heeft gedaan in het kader van het houden van toezicht. Dat lijkt aan de kant van de weg zeer lastig (zo niet onmogelijk). Voor wat betreft bedrijfscontroles zal men veel meer uit de kast moeten halen om dit te gaan bewijzen.
|